Alle regels die
gelden voor het maken van goede compost zijn ook hier van
toepassing.
Men kan een speciaal ontworpen compostvat aankopen of zelf een
maken.
Materiaal:
Het beste materiaal is hout of plastiek. Metaal kan dodelijk zijn voor de wormen.
Grootte
De hoogte is evenwel afhankelijk van de hoeveelheid GFT afval dat moet verwerkt
worden. Hoe hoger de bak hoe meer compost verwerkt kan worden tot goede
vermicompost. Voor een gezin van 4 personen is een compostbak van 50 op 50 cm en
1 meter hoog aan te raden. De maximale hoogte is 1,5 meter.
De beste compost wordt echter verkregen in een bak van 1 op 1 meter en 1, 5
meter hoog.
Ideaal zijn 2 bakken naast elkaar met openingen waarlangs de wormen kunnen
verkruipen. Zo kan, wanneer de ene vol is, er met een 2de begonnen worden terwijl
de eerste bak door de wormen tot goede vermicompost omgevormd worden.
Open of gesloten systeem
Bij een opensysteem ligt de compost op de aarde. Eigenlijk is er geen bak of
silo nodig, maar een afsluiting rondomrond kan het geheel wel mooier en compacter
maken. Een deksel of een laag stro kan als dak dienst doen. Een dak is vooral nodig
bij veelvuldige regenval of direct zonlicht op het einde van het
composteringsproces. Zolang er voldoende voeding is en het milieu is leefbaar
voor de worm dan zal deze niet weglopen.
De afsluiting rondomrond kan uit hout of plastiek gemaakt worden. Met houten
balken is de beluchting, die vooral in het begin van het verteringsproces nodig
is, wel beter voorzien. Het nadeel is de minder lange duurzaamheid.
De voordelen van een opensysteem is dat het percolaatvocht in de bodem kan
dringen en niet afgelaten moet worden. Ook kunnen de wormen bij slechte
leefomstanidgheden (zie verder) in de bodem vluchten zodat sterfte bij de wormen
minimaal is. Het nadeel is dat een opensysteem niet in huis kan gebruikt worden.
Bij een gesloten systeem is er ook een gesloten bodem. Dit systeem is ideaal
voor in huis, maar men moet wel regelmatig het teveel aan vocht aflaten en de
woonomstandgiheden zoals zuurtegraad, vochtigheid en temperatuur nauwkeuriger in
het oog houden.
De ideale temperatuur is tussen de 15 en 25 graden celcius.
Bij warmer weer kan het nodig zijn om de wormbak af te koelen door koud water
over te gieten of ijs op te laten smelten. Dit is vooral van belang bij kleine
bakken. Bij voldoende grote bakken (meer dan 1 m3) kunnen de wormen dieper in de
compost beschutting zoeken.
Bij kouder weer zullen de wormen minder aktief zijn en zal het composteren en de
voorplanting minder vlot verlopen. Ook hier is dit vooral bij kleine behuizing
het geval. De compostbak mag echter niet bevriezen want dat is voor de wormen
dodelijk.
Een laag stro bovenop de compost helpt in de zomer de zon te weren en in de
winter de compost op een goede temperatuur te houden.
De ideale vochtigheid is 50-70%.
Dit kan men testen met de knijpproef. Wanneer u compostmateriaal in de hand
fijnknijpt dan mag deze nat aanvoelen en mogen er enkele druppels water tussen de
vingers zichtbaar zijn. Wanneer er water uitgeperst kan worden is de compost te
nat en als er geen druppels verschijnen is de compost te droog.
Bij te droge compost kunt u water of fruit- en groetenafval toevoegen.
Bij te natte compost voegt u het best bruin materiaal toe (zie bij voeding).
Wanneer er veel keukenafval en/of gras op de composthoop belandt zal er ook
papier, houtsnippers, stro of bladeren moeten toegevoegd worden om een evenwicht
te krijgen.
Om zich geen zorgen te moeten maken over de temperatuur, zuurtegraad of
vochtigheid is een open compostbak waar de compost bovenop de aarde ligt ideaal.
Bij slechte woonomstanidgheden kunnen de wormen immers zelf beschutting in de
aarde zoeken en terug komen zodra de omstandigheden beter zijn. Omdat
compostwormen van nature naar composterend afval worden aangetrokken zullen zij
vanzelf uw compostvat weer opzoeken zodra de temperatuur, vochtigheid en
zuurtegraad weer in orde zijn.
Best op een van de zon beschutte plaats, uit het zicht, maar
gemakkelijk te bereiken.
|